De eeuwige aardsrivaal van Donald Duck is voor iedereen wel bekend. Het persoon dat altijd geluk heeft nooit ook maar ergens moeite voor hoeft te doen. Juist ja, Guus Geluk. Guus kwam als eerste voor in het verhaal “Wintertime Wager” uit 1948 bedacht door de welbekende Carl Barks.
Zijn geluk
Er zijn veel verschillende verhalen over hoe het nu kan dat Guus zoveel geluk heeft. In het ene verhaal wordt verteld dat hij het geërfd heeft, in het andere dat Guus een klavertje vier heeft en in weer een ander verhaal een hoefijzer. Maar er zijn ook weer verhalen waar wordt verteld dat hij het gewoon in zich heeft.
Maar behalve geluk heeft Guus ook nog eens per jaar een pechdag, namelijk als hij jarig is (Don Rosa). In het verhaal “Guus de Pechvogel” verteld Guus over zijn verjaardag. Oma Duck verteld dan dat Guus het geluk van Trijntje heeft geërfd, net zoals het karakter van Trijntje. Dan gaan Donald en Guus samen wat spelen, maar Donald neemt Guus mee naar de schuur. Daar hangt hij Guus aan een touw op, maar zelf houd hij het touw vast.
Dan slaat de bliksem in op Donald en via het touw komt het bij Guus. Sindsdien heeft Guus op zijn verjaardag een pechdag.
Maar een aantal jaren later als ze dan weer samenkomen gaat Donald op dezelfde plek hangen, maar dan breekt het katrol en Guus schiet naar boven. Meteen daarna slaat de bliksem in en heeft Guus zijn geluk weer terug.
Guus’ ouders
Over de ouders van Guus zijn 2 verhalen bekend. Er is een verhaal van Don Rosa en een van Carl Barks.
Volgens Barks heet Guus’ vader Luuk Gans en zijn moeder Trijntje Duck. Maar doordat zij teveel aten bij een gratis picknick zijn ze gestorven. Toen is Guus geadopteerd door Matilda Duck.
Bij het verhaal volgens Don Rosa is de moeder ook Trijntje Duck, maar de vader is geen Luuk Gans maar Fortunus Geluk. (hij was een van de pioniers bij de Jonge Woudlopers).