Krantenartikel uit Studio

gezichten
Het stripblad Donald Duck is een puur Nederlands product geworden, er komt geen Amerikaan meer bij kijken.

’s Werelds beroemste eend wordt op 9 juni zeventig jaar. Ter ere van zijn verjaardag zendt Close – up een documentaire over hem uit. Tot en met 29 augustus is de jarige bovendien nog te bewonderen op een aan hem gewijde tentoonstelling in het Cobramuseum in Amstelveen. Studio keek rond op de plek waar het Nederlandse weekblad Donald Duck wordt gemaakt.

Of hij nu bij de grootouders, stiekem van de kinderen, bij de buren of alleen maar in de wachtkamer bij de tandarts wordt gelezen, er zullen maar weinig mensen zijn in wiens leven Donald Duck geen rol heeft gespeeld. En als u eerlijk bent, had u niet ook het gevoel dat oom Donald zijn blad helemaal speciaal voor u maakte? Als een soort wekelijkse brief die hij trouw schreef vanuit het verre Duckstad in Amerika. Donald Duck was net zo Amerikaans als Hollywood, hamburgers en hoge gebouwen en dat verklaarde ook een groot deel van zijn alsmaar groeiende populariteit. Samen met zijn beroemde maatje Mickey Mouse bracht oom Donald het utopische en felgekleurde leven van ver over de Atlantische oceaan in menig Hollandse huiskamer.

De zeepbel van de bladenmakende eend uit Amerika spat echter meedogenloos uiteen bij het betreden van de redactie van zijn vrolijke weekblad in Hoofddorp.
Niks snaterende hulp-Donalds die zakken vol brieven versjouwen en vlijtig Ducks volgende avontuur neerpennen. Niks geen grootse Amerikaanse taferelen. Nee, de realiteit slaat je hier in de Hollandse polder hard om de oren. Het vrolijke weekblad wordt namelijk gemaakt op een alledaags redactie, op gewone computers en door doodgewone Nederlandse mensen, zij het doorgewinterde Duck-fans. Ook zijn avonturen komen uit een lokale pen en dat maakt Donald Duck anno 2004 Nederlandser kaas, klederdracht en klompen.

Nostalgie

Thom RoepAan het roer van de Nederlandse uitgave van Donald Duck staat nu al ruim twintig jaar Thom Roep. Hij heeft geen snavel, geen blauw matrozenmutsje en geen wit, zacht verenpak, maar wel een verstokt striphart. ‘Dertig jaar geleden kwam ik hier binnen als redacteur en na tien jaar mocht ik hoofdredacteur worden.’ Stralend voegt hij er aan toe: ‘Elk jaar ben ik weer blij verrast dat ze me aanhouden. Voor mij is dit geen baan. Dit is mijn hobby, mijn passie, mijn leven. Dat ik daar ook nog voor betaald krijg, ik echt een bonus.’

Roep werd geboren in 1952, het jaar waarin de eerste Donald Duck op de Nederlandse deurmatten plofte. Hij is van kleine, comic-lezende jongen uitgegroeid tot een heuse Duck-kenner. Zijn kantoor is dan ook een blije mix van jongenskamer en volwassen werkplek. Achter zijn volle, chaotische en met allerhande mappen, bladen, stripschetsen en ander relevant papierwerk volgestapelde bureau hangt een grote, kleurige Duckposter. De resten van de wanden in zijn kantoor worden ingenomen door omvangrijke kasten, gevuld met alle jaargangen van Donald Duck sinds 1952, naslagwerken, alle mogelijke schrijfgerei en natuurlijk stapels en stapels van allerlei kleurige uitgaven waarvan hij inmiddels, naast de Donald Duck, ook de hoofdredacteur is: Winnie de Pooh, het razend populaire en snelgroeiende meidenblad Witch, het volledig om een opgehipte versie van Donalds grote liefde draaiende bald Katrien, de donald duck extra’s, om er maar een paar te noemen.

Naast de deur hangt een gefotoshopte plaat van een Disney – afbeelding met daarop Roeps hoofd in grote, schreeuwende letters ’50 jaar.’ ‘Oud h