Krantenartikel over Frank Jonker

Iedereen heeft wel iets weg van Donald Duck

door Agnes de Goede

Vrijdag 11 mei 2007 – RIJEN – De rijke eend Dagobert Duck wil weten wie de meest geschikte erfgenaam is. Donald Duck en Guus Geluk krijgen opdracht zijn geld te beheren. Ze bakken er niets van. Uiteindelijk worden de neefjes Kwik, Kwek en Kwak verkozen tot erfgenamen. Donald baalt als een stekker.

frank jonker

Rijenaar Frank Jonker legt de laatste hand aan een Donald Duck-strip. Binnenkort verschijnt het verhaal in het populaire blad. Foto John Schouten/PVE

Al achttien jaar schrijft de Rije- naar voor het blad Donald Duck. En voor de Okki, Tina en de Belgische Zonnestraal. “Ik heb ooit meegedaan aan een Donald Duck-wedstrijd. Ik won en mocht voor het blad gaan schrijven.” Sinds 1994 is Jonker professioneel stripschrijver. “Je wordt er niet rijk van, maar ik kan er van rondkomen.”

’s Ochtends om half negen kruipt Jonker in zijn woning aan de Zaaren achter het bureau. Soms tot een uur of tien ’s avonds. De dagproductie is ongeveer zes strippagina’s. Soms werkt hij met een collega, soms alleen.

Hoe het is om continu in een fantasiewereld te leven? “Het is een vrij eenzaam beroep. Maar ik werk ook veel samen met collega’s. Ik ken veel mensen uit het wereldje.”

Met collega-tekenaar Hans van Oudenaarden heeft hij het stripboek ‘Drie jongens op een onbewoond eiland’ gemaakt. Het is gebaseerd op de de Bob Evers-reeks, een legendarische jongensboekenserie. Zaterdag is de presentatie van het boek, op de stripbeurs in Zwolle. Vanaf maandag ligt het in de winkel.

Volgens Jonker is de Bob Evers-strip vooral populair bij volwassenen. “Tachtig procent van de kopers zijn volwassenen”, schat Jonker. “Het zijn vooral mensen die vroeger de Bob Evers-boeken lazen. En verzamelaars willen een exemplaar.”
De Donald Duck wordt daarentegen gelezen door jong en oud. De strip is volgens de schrijver niet kapot te krijgen.
Wat het succes van Donald is? “Heel veel mensen herkennen zichzelf in hem. Net als ons heeft Donald last van dagelijkse beslommeringen, zoals de overlast van z’n buren. Als mensen om hem lachen, lachen ze ook om zichzelf.”

Trouwens: Jonker begeeft zich dan wel elke dag in een fantasiewereld, de verhalen komen meestal uit de praktijk. Zoals laatst. “Ik zat in de trein naar Amsterdam en wilde koffie. Nergens kon ik koffie krijgen. Toen ik eindelijk een bakje had, liet ik het vallen. Erg vervelend, maar ik heb er wel een strip van kunnen maken”, lacht hij.

Ook op het nachtkastje van Jonker ligt een strip. “Ik ben geen verzamelaar. Alle boeken die ik koop, wil ik gelezen hebben.”
Zijn favoriet? “Suske en Wiske en Asterix en Obelix en tja: Donald Duck, hè. Die blijft altijd leuk.”

Bron: Brabants Dagblad